Slakken info

Slakken of buikpotigen (Gastropoda) en zijn een klasse in de stam van de weekdieren (Mollusca).

De naam buikpotigen en de wetenschappelijke naam Gastropoda verwijzen naar de gespierde onderzijde van het langwerpige lichaam ook wel de voed genoemd. waarmee de dieren zich voortbewegen. 

Huisvesting en verzorging.

Waar kan ik de slak in huisvesten:

slakken kan je goed houden in een terrarium of curverbak. Beide hebben ze zowel voor- en nadelen en het is maar net wat jij zelf mooi of handig vind om ze in te houden.

 

Terrarium voor en nadelen:

Voordeel: Het oogt een stuk mooier, je kan er namelijk goed in kijken, de luchtvochtigheid en tempratuur is vaak makelijker te regelen. En ze hebben terariums in alle soorten en maten. 

Nadelen : Eitjes zijn soms wat moeilijker te vinden. het terarium schoonmaken is een groter karwij. en een terrarium kan eerder kapot kunnen gaan.

Curverbak voor en nadelen:

Voordeel: ze zijn makkelijker schoon te houden. De eitjes zijn makkelijk te vinden (door onder de bak te kunnen kijken kun je ze vaak vinden). En je pakt de bak er makkelijk even bij.

Nadelen: Het oogt een stuk minder mooi en meestal kleiner dan terrariums. De tempratuur en luchtvorchtigheid is vaak iets minder constand te houden. 

 

Het verblijf formaat:

Je hebt de opties gelezen waar je slakken in kan houden maar nu is de afmeting ook wel erg belangrijk om te weten.

Voor het welzijn van je slakken neem je beter niet een verblijf dat hoger is dan 50 centimeter. Hoger kan namelijk gevaarlijk zijn als de slak eens van boven af naar beneden zal vallen. Daarbij hoe hoger de bak hoe meer bodembedekker erin zal moeten om dit te compenseren.

Verdere kijk je voor het formaat van de bak eerst na de maten van hoe groot de slak is die erin zal gaan komen. Neem 3 keer de grootte van de slak, om de lengte van het verblijf te bepalen. En neem 2 keer de grootte van de slak, om de breedte van het verblijf te bepalen. dus als je meerdere slakken heb tel deze dan bij elkaar op zodat je het juiste formaat krijgt voor het verblijf.

 

Bodembedekker:

Slakken houden ervan om vochtig te zitten. Het is dan ook erg beperkt wat je als bodembedekker in je bak kan gebruiken. Je kan verschillende bodumgronden gebruiken maar wij raden aan om hiervoor biologishe kokosgrond, biologishe turf of biologishe en onbemeste tuinaarden te gebruiken, er mogen geen toegevoegde meststoffen inzitten, hier kunnen je slakken namelijk niet tegen en zullen er aan overleiden.

Je kan ook verschillende mossensoorten gebruiken om de bak aan te kleden en om de (lucht)vochtigheid goed vast te houden.

Helaas kan je niet zomaar mos of aarde van buiten gebruiken. Hier kunnen namelijk gifstoffen of ongewenste beestjes in zitten die je niet in je bak wilt hebben en die schadelijk kunnen zijn voor je slakken. wil je toch mos van buiten in je bak doe kijk dan in het bos op plekken waar mensen/honden echt kunnen komen. Je zaldaarvoor dus echt een stuk van het pad af moeten gaan. Als je mos hebt geplukt doe het in een afsluitbaar zakje of bakje en leg het voor 24/48 uur in de vriezer en spoel het daarna heel goed schoon. Op deze manier dood je de diertjes die in het mos zitten en was je veel van de overige gifstoffen nog weg. 

 

Temperatuur en luchtvochtigheid:

De meeste Afrikaanse landslakken hebben een verwarmingselement. Het verschilt wel per soort slak welke warmte en luchtvochtigheid ze nodig zullen hebben.

Om de slakken warmte te geven kan je kiezen tussen warmtematten of een warmtekabel, deze bevestig je aan de achterzijde of aan een zijkant van je bak. Als je het wat makkelijker wilt maken kan je de warmtemat of warmtekabel combineren met een thermostaat en tijdschakelaar, zodat je niet iedere keer handmatig alles aan moet zetten.

Slakken houden van een vochtige omgeving en een wat hogere luchtvochtigheid. Om je slakken verblijf vochtig te houden is het voldoende om regelmatig alles vochtig te maken met een plantenspuit. (Kijk wel even naar de luchtvochtigheid die specifiek bij jou soort slak hoort.) Om een hogere luchtvochtigheid te bereiken die sommige soorten nodig hebben kan je mos bevoorbeeld in de bak leggen, deze houd het vocht goed vast. Ook kan je een waterbakje met een laagje water erin in de bak te zetten. Let wel op dat het niet te diep mag zijn anders kan je slak mogelijk verdrinken, 2 centimeter diep zou al voldoende moeten zijn. slakken vindennhet heerlijk om er in te badderen en maken daar dus ook gebruik van.

 

Aankleding:

Je kan niet zomaar van alles in je slakkenverblijf zetten. Zorg ook dat alles zorgvuldig is afgespoeld voor je het in de bak

Wat je in een slakkenverblijf kan plaatsen:

  • Plastic schaaltjes voor water of voer.
  • Kurk stukken.
  • Een bloempot als schuilplek.
  • Nepplanten.
  • Echte planten (ik zal nog een lijst plaatsen welke geschikt zijn)

 

Extra bewoners in je slakken bak:

Om je bak schoner te houden op een natuurlijke manier kan je bij je slakken kleine opruimers in hun verblijf zetten. Deze worden ook wel de slakken poetsploeg genoemd. De beestjes zorgen ervoor dat jij de bak minder zal moeten verschonen en dat is dus ideaal als je je dieren bevoorbeeld in een terrarium gaat huisvesten. De poetsploeg beestjes zijn vaak pissenbedden, regenwormen, springstaartjes en miljoenpootjes. Als je deze beestjes wilt toevoegen aan je slakkenbak kijk dan wel even of deze de zelfde leefomstandigheden hebben en pak ze niet zomaar uit je tuin of uot de bossen. Deze kunnen namelijk parasieten bijdragen en dat overdragen aan je slakken.

 

LET OP !

Zet je terarium bak nooit in direct en fel zonlicht. Slakken houden hier echt niet van ze zijn schemerdieren dus zoek een plek uit waar de zon niet bij komt. Door de zon krijg je al snel een broeikas efect en word het veel te snel warm in het verblijf waardoor je diertjes kunnen overlijden.

Kweken en sorteren. 

Kweken en maar ik wil geen eitjes:

Slakken zullen op een gegeven moment eitjes gaan leggen. Of je nou één of meerdere slakken als huisdier hebt maakt niet uit. Je ontkomt er gewoon niet aan. Het is dan ook echt een fabel dat met maar één slak je geen eitjes gaat krijgen. Slakken zijn namelijk hermafrodiet / tweeslachtig en heeft dus geen partner nodig om eitjes te leggen. Daarnaast leven slakken graag met soortgenootjes, dus is het wel echt aan te raden je jou slak altijd een soortgnoot te geef.

Waneer je eitjes hebt dan moet je even goed nadenken of je de verantwoordelijkheid wilt nemen om deze eitjes uit te laten komen. Als je besluit de eitjes niet te willen laten uitkomen zijn er meerdere mogelijkheden wat met deze eitjes te doen:

  • Invriezen voor 48 uur. Hierna kan je ze veilig weggooien in de groenbak. De eitjes zullen dan niet meer kunnen uitkomen.
  • Pletten met een hard object. Hierna kan je ze terugvoeren aan je slakken of weggooiennin de groenbak. Terugvoeren geef je slakken extra proteïne om ze weer op kracht te laten komen.
  • Voeren aan kippen of roofdier die deze opeet, bijv. baardagaam, schildpad ...

(Naast slakken die eitjes leggen bestaan er ook levendbarende slakkensoorten, dit zijn o.a. zanzibarica en iredalei.)

 

Geslachtsrijp / ei-dragend:

Het verschilt per soort hoe lang het duurt voor een slak geslachtsrijp is. Het geslachtsorgaan van de slak zit im de nek en het beste kan je dan ook de nek van de slak in de gaten houden. Als je slak geslachtsrijp is zal je im de nak een vlekje kunnen zien zitten, dit is de plek waar de (love dart) geslachtsorgaan zich bevind. En als je wilt weten of je slak eitjes bij zich draagt waneer deze volwassen is kan je dit ook vrij makkelijk zien. Pak hiervoor je slak voorzichtig op en wacht tot deze uit zijn huisje komt, er zal op een gegeven moment een gat vlak naast zijn schelp zien. Dit is het luchtgat / ademgat van de slak en hier kan je in kijken. Soms is gaat het wat makkelijker als je met een zaklamp achter de schelp van je slak schijnt. Als je goed kijkt kan je ronde bolletjes zitten dan draagt je slak eieren bij zich

 

Eitjes en het sorteren van jonge baby slakken:

Na ongeveer twee weken als de eitjes zijn gelegd kan je een klein gaatje in het eitje gaan zien. Dit is een luchtgaatje en het betekent dat het eitje bevrucht is. Je kan dit soms beter met een lampje zien. Waneer een eitje niet bevrucht is komt er geen gaatje in het eitje of zie je na een aantal weken niks in het eitje zitten dan zijn deze onbevrucht.

Draai of was de eitjes niet, hierdoor zullen bij de arachachatina soorten de eitjes niet meer uitkomen. Bij de erg grote legsel eitjes van de arachatina soorten maakt dit echter niks uit

 

Waneer je toch besluit de eitjes uit te willen laten komen, dan komt hier een grote verantwoordelijkheid bij kijken!. Naast dat je de kleintjes voor een lange tijd moet verzorgen dus warmte, luchtvochtigheid en eten moet geven. Komt er ook nog een andere taak bij kijken namelijk het sorteren.

Dit houd in dat je vanaf ongeveer een leeftijd van twee weken de baby slakjes in de gaten houdt hoe ze groeien. selecteren doe je bij de 4,6,8 em soms 12 weken leeftijd. Je haalt dan regelmatig de kleinere, slecht groeiende of te bolle slakjes eruit en deze maak je dan dood. Deze slecht groeiende slakjes worden runtjes genoemd. Deze zullen nooit een gezonde grootte of vorm bereiken er zijn dan vergroeingen aan de schelp. Deze vergroeingen zullen als zeer pijnlijk ervaren worden door de slakjes en zullen minder oud worden.

Het is dan ook zeer belangrijk dat je alle eitjes laat uitkomen. Want je weet niet welke van de eitjes de goede en welke de slechtere slakjes bevatten. Dit kan je echt alleen zien als je alles laat uitkomen!

Het is dan ook zeer belangrijk om dit toch enigzins vervelende werkje te doen. In het wild zouden deze slakjes het niet overleven en opgegeten worden door roofdieren. Maar gezien er binnenshuis geen van deze roofdieren zijn is het aan de eigenaren om deze taak op zich te nemen. Gebeurt dit niet dan kunnen deze slechte slakjes zich weer voortplanten, met het gevolg dat de soort steeds slechter en zwakker word.

Wat ook een belangrijke en soms moeilijke taak is om deze leuke diertjes gezond te houden.